Duitse roséwijnen zijn als een zonnige picknick aan de Rijn: licht, levendig en altijd verrassend fris. In Duitsland, waar de wijngaarden zich uitstrekken van de Moezel tot Baden, weten wijnmakers als geen ander hoe ze het beste uit blauwe druiven kunnen halen voor een rosé die je direct in vakantiestemming brengt.

Wat maakt Duitse roséwijn zo bijzonder? Het geheim zit in de druiven en het klimaat. Blauwe druiven zoals Spätburgunder (de Duitse benaming voor Pinot Noir), Dornfelder en Portugieser krijgen net genoeg zon om hun frisse zuren te behouden, terwijl ze tóch die heerlijke aardbeien- en frambozenaroma’s ontwikkelen. Het resultaat: een glas dat je doet denken aan een zomerse fruitsalade, maar dan zonder de plakhanden.

Rosé uit Duitsland is vaak licht van kleur, met een knipoog naar zalmroze of zelfs bleekrood. De smaak? Fris, fruitig en elegant. Denk aan rode bessen, een vleugje citrus en soms zelfs een hint van kruidigheid. Perfect voor op het terras, bij lichte gerechten of als dorstlesser tijdens een tuinfeest. En omdat Duitse roséwijnen doorgaans iets lager in alcohol zijn, kun je net dat tweede glas inschenken zonder schuldgevoel.

Met hun speelse karakter en toegankelijke stijl zijn Duitse roséwijnen ideaal voor wie op zoek is naar iets anders dan de bekende Provence-rosé. Ze bieden een verrassende twist, met net dat beetje extra levendigheid en die typisch Duitse precisie. Of je nu een doorgewinterde roséliefhebber bent of gewoon zin hebt in iets nieuws: Duitse rosé is altijd een goed idee.

Dus, trek die fles open, vul je glas en laat je verrassen door de frisse charme van rosé uit Duitsland. Proost – of zoals ze in Duitsland zeggen: Zum Wohl!